Er is altijd wel de een of andere onverlaat die ergens zijn naam wil achterlaten: graffiti. Het varieert van een krabbeltje hier tot een volgekalkte treincoupé daar. Ook hackers laten wel eens graffiti achter. Een bericht als stille getuige van het feit dat ze er waren.
Kunstenaar Richard Serra was in Zeewolde en drukte zijn stempel. Het is een ouwe man die het ons kan laten voelen dat we onder water staan. Richard Serra maakt dingen, zo groot dat als je er langs loopt ze niet meer opvallen. Je moet weten waar je loopt om te kunnen voelen waar je bent. Kunstkenners noemen zijn werk ruimtelijk. Ik ben geen kunstkenner, ik vind zijn werk grotesk. Bij zijn sculpturen zijn mensen maar klein. Die Amerikaan zegt het ook gewoon: ‘Size does matter’.
De afgelopen week was er noodweer: storm en springtij, een dodelijke combinatie. De storm gaat voor de golf uit. Het water staat pas echt hoog daags na de storm. Je moet dus weten waar je staat om te kunnen voelen waar je bent. In Zeewolde is dat achter dijken, onder zeeniveau. Onder de zeeën is de Noordzee een kleintje en de Zuiderzee is niet meer, dat is nu een meer. Zeeën zijn groot. Nu is hier Zeewolde, bos in de zee. Ik hou ervan dingen onder de aandacht te brengen.
Laatst liep ik nog eens langs het kunstwerk van Serra langs de wetering, de sloot die loopt van het Weteringplein richting RCN. Ik ging nog eens staan tussen die betonnen muren die het niveau van de zeespiegel aangeven. Het viel mij op dat het terrein glooit. Als Zeewolde onder zou lopen zou ik vaste grond onder de voeten kunnen vinden en mijn neus net boven water uit kunnen steken.
‘Richard Serra was here’. Dankzij hem weet ik nu dat ik in Zeewolde niet hoef te verzuipen, zelfs niet als de dijken zouden doorbreken. Deze graffiti laat je leven.