Titus Brandsma leefde tot aan zijn dood in 1942 in Dachau (bij München) een bijzonder inspirerend leven. Geboren in een Fries gezin met zeven kinderen (vier zussen en twee broers), kozen vijf kinderen voor een leven in kloostergemeenschappen. Titus deed zijn professie in de Karmel orde.
In de contemplatieve levensstijl van de Karmel ontwikkelde hij zijn spiritualiteit, terwijl hij eindeloos werkte om dat met anderen te delen via vriendschap of onderwijs. Hij nam vaak het voortouw en inspireerde bijvoorbeeld tot de oprichting van katholieke middelbare scholen de huidige Stichting Carmelcollege. Dagelijks wordt er lesgegeven aan zo’n 38.000 leerlingen, door 4.400 docenten, waarbij in de statuten is vastgelegd dat “centraal staat de zorg voor de mens, voor elke mens, voor heel de mens en voor alle mensen.”
Bij de oprichting van de Katholieke universiteit Nijmegen maakte hij deel uit van de eerste lichting hoogleraren, met de opdracht tot de bestudering van de filosofie en de mystiek. Daarover zei hij dat hij in zijn werk God steeds weer over zichzelf zag getuigen. Brandsma definieerde mystiek als een bijzondere vereniging van God met de mens, waarbij de mens zich Gods tegenwoordigheid bewust wordt en zich ook zelf met God verenigt. God gaat niet schuil achter het menselijke, het gaat juist om het innerlijke bewustzijn.
Zalig als martelaar
Paus Johannes Paulus verklaarde Titus Brandsma al zalig als martelaar. Voorafgaand en tijdens de tweede wereldoorlog verzette Brandsma zich tegen de fascistische ideologie door zich met toespraken, actie en als journalist in te zetten voor een verandering van mentaliteit. Dit was zijn bijdrage aan wereldvrede.
In 1938 organiseerde hij met het Vredesbond een Internationaal katholiek congres in Den Haag over Vrede. In 1942 bezocht hij redacties van nieuwsbladen in Nederland met de boodschap niet te schrijven wat de bezetter opdroeg, maar als goed journalist verslag te doen van wat zich werkelijk afspeelde. Dat leverde hem een, voor hem niet onverwachte, arrestatie door de Duitse bezetter op, om vervolgens via de gevangenis in Scheveningen en kamp Amersfoort, uiteindelijk in Dachau te komen en aan de ontberingen te overlijden.
Refererend aan Christus die ongeveer 30 jaar oud is geworden, gekscheerde hij toch nog wel de zestig gehaald te hebben. Aan de vrouw die bij zijn sterfbed aanwezig was stelde hij voor het Wees Gegroet Maria te bidden, maar zij gaf toe die achtergrond niet te hebben en het niet te kunnen. Hij gaf haar zijn rozenkrans en zei: ‘laten we dan in ieder geval de laatste zin bidden: “Bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood.”’
Heilig door gebed
Pater Driscoll was al vroeg in zijn leven geïnspireerd door de zalige Titus Brandsma. Toen artsen hem vertelden over zijn situatie en duidelijk werd dat er een einde aan zijn leven zou komen, besloot hij te bidden tot God op voorspraak van Titus Brandsma. Aan een medekarmeliet liet hij zich ontvallen hoe graag hij een stukje van de pij van Titus zou willen. Juist die medekarmeliet naast hem droeg een stukje van die pij bij zich als scapulier. Michael Driscoll gebruikte dat scapulier door over zijn hoofd te wrijven en intens te bidden. Hij is genezen van een door doctoren fataal verklaarde huidkanker (melanoom) en de ziekte is niet meer teruggekomen. Na tientallen jaren van studie en kritisch onderzoek is vast komen te staan dat de genezing niet medisch verklaarbaar is.
Driscoll vertelde op de avond voor de heiligverklaring tijdens een dienst in de Basiliek van Sint Paul in Rome, voorgegaan door Micael O’Neill, prior van de Karmel, dat hij de artsen en het verzorgend personeel dankbaar was voor hun inzet en hun goede zorg en erkende dat een normale genezing niet meer mogelijk was geweest en dat het hem op voorspraak van Titus Brandsma toch is overkomen.
Naar Rome voor de Heiligverklaring.
Dan, op de vijfde zondag na Pasen in het jaar 2022 (15 mei 2022) in een wereld waarin het nieuws al maandenlang dagelijks wordt gedomineerd door bruut oorlogsgeweld in Oekraïne, we bestookt worden met nepnieuws en opnieuw moeten opkomen voor de niet-onderhandelbare principes van vrede en vrijheid, waarbij zo ontzettend veel landen zich met woord en daad verzetten tegen het brute en grove geweld, is het juist Titus Brandsma die door Paus Franciscus Heilig wordt verklaard. Er klinkt een opdracht om hem binnen de hele kerk devoot te vereren.
Erbij zijn
Samen met mijn moeder ondernam ik de reis naar Rome, de stad met een ongelooflijke rijkdom aan cultuurschatten, zoals alleen daar gevonden kan worden. Via de Karmel konden we zitplaatsen bemachtigen in het voorste deel bij de trappen. We konden het ritueel van de heiligverklaring door de Paus bijwonen en hoorden en zagen hoe hij die heiligverklaring nog eens bevestigde met zijn ‘Het is gezegd.’ Het gezegde ‘laten we geen grote dingen doen, maar laten we kleine dingen bijzonder doen’, is Titus Brandsma ten voeten uit. Paus Franciscus leerde ons in zijn woorden nogmaals dat gelukkig worden niet samenhangt met materiele rijkdom en de jacht naar meer, maar juist wel door God te zien in jezelf en in die andere mens en een liefdevolle benadering van elkaar. Het was Christus die ons leerde met zijn dubbelgebod, om zonder uitsluiting van wie of wat ook, God lief te hebben boven alles en de ander als jezelf.