Een van de grootste verschrikkingen die mijn ouders mij hebben aangedaan is muziekles op het elektronische orgel. De magere grijze muziekleraar huist in mijn geheugen met de benen over elkaar geslagen, elleboog op de knie, hand onder de kaak en gele nicotinevingers. Er zat een luchtje aan die man. Hij keek mee over mijn schouders en gaf aanwijzingen waarbij ik zijn adem voelde over mijn wang. Thuis in de eetkamer stond een Yamaha-orgel. Het ‘gaspedaal’ waarmee je het volume regelde had vrijwel geen weerstand. Dagelijks en verplicht twintig minuten oefenen.
Het elektronische orgel stond nog decennia lang in de kelder van het ouderlijke huis te wachten op een carrière om te beginnen. Toen de kinderen het huis uit waren ruimde moeders het apparaat maar op zodra de mogelijkheid zich voordeed. Een veiling bracht uitkomst. Iemand haalde het af en de opbrengst ging naar het goede doel: De kerk. De meeste van mijn kennissen knikken dan, ze vinden de kerk wel een goed doel, maar snappen het niet echt.
Ordes en kerken bouwen al eeuwen aan gemeenschap waarin mensen een plek vinden. Vroeger brachten zij normen en waarden over, zorgden voor de armen en de zieken en gaven onderwijs. Dat zijn overheidstaken geworden. Ik weet niet of het verbeterd is. Het is anders. Wat ik wel weet is dat iedereen de gemeenschap nodig heeft om elkaar te ontmoeten en iets tot stand te brengen, hoe groot of klein ook.
Af en toe moet er wel een duit in de zak en dat moet uit diezelfde gemeenschap komen. Niet via belastingen of contributies, gewoon zelf geregeld, samen gedaan. Als de gemeenschap samenkomt op een geweldige avond met diensten en producten van boer tot notaris, van klusjesman tot pastoor, komt er zeker iets tot stand. Het is meer dan de toon die de muziek maakt, een instrument is ook nodig.
BESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswyBESbswy
Doe mee. Breng je kavel aan en je bod uit. Pak een glas en groet elkaar. Houd iemand vast en steek een arm omhoog waarbij jou voorzeker een bedrag uit de poeplap ontfutseld wordt. Zie een ander huiswaarts gaan met iets dat jij had willen hebben en koop voor een belachelijk bedrag een kilo uien, al is het maar om uit te huilen vanwege het weemoedige verlies van zoiets als een elektronisch orgel dat geheid de muzikale carrière van een ander kind betekent, terwijl het decennialang bij jou thuis in de weg stond en daarom een groot gat achterlaat in jouw leefwereld. Bovenal, bouw aan jouw gemeenschap, hoe groot of klein ook. Maak een plek waarin jij tot je recht komt en de mensen om je heen ook. Uiteindelijk passeert je leven in de relaties die je hebt met anderen.