Vrijheid
Ik ben niet bang, maar vrij.
Er is immers niets meer te verliezen.
En toen ik niets meer te verliezen had, opende ik mijn ogen en zag dat alles in overvloed aanwezig is. Je doet me dus niet tekort, want ik heb al voldoende.
Dank voor je gulle gaven, daaraan zie ik dat ik je behaag. Weet je wat, in jouw goede handen geef ik iets van mij, dat vult mij voor de rest van mijn leven met plezier.
Onderweg, viel op mij, jouw vertrouwen.
Ik hield al van je, maar toen nog meer.
Ja ja, onderweg overkomt mij van alles, maar dat deert me niet.
Ik ken jouw handen, daarheen ben ik terug op weg.
In het spoor van het goede en onderweg.
Weet ik dat geen tekort mij zal raken.
En hoe de wind ook waait, alle stormen, ja zelfs de euforie kan ik doorstaan.
Bescheiden en kalm zie ik dat alles er in overvloed al is, zelfs mijn vertrouwen.
Vrede in de diepste rivieren van mijn bestaan, daar is vrijheid geboren.
Rondkijken doe ik nog maar eens goed en zie dat alles er al is.
Ik hoef nergens bang voor te zijn.
Daarom kan ik van je houden.
Daarom ben ik vrij.