Ze fluistert in zijn oor:
- Met mij zal je alles bereiken wat je hartje begeert.
Ze zegt het vol liefde en heeft alle aandacht. Verdomme, alleen de duivel kan zo tegen je praten, al is het maar om je weerloosheid te testen.
- Lieve, ik kom niet voor zoiets als de macht, seks of een snelle Ferrari, het is de liefde die mij drijft.
Ze glimlacht en zegt zachtjes:
- Je bent mooi, bloedmooi.
Hij dwingt zichzelf, standvast, iedere twijfel wegnemend. De keuze die ze maakte was niet de zijne. Ze gaf toe dat ze had aangevoeld dat het verkeerd was en dat gevoel had ze genegeerd. Hij zei niets, het was niet aan hem, hij wilde haar niet veranderen, hoogstens een trouwe supporter zijn als ze zich ontwikkelt. Liefde, gebeiteld in marmer, zonder verantwoording af te hoeven leggen aan wie dan ook.
Er waren wilde uitspattingen waarvan ze keer op keer zei:
- dit is een unieke kans!
of
- ik wil genieten.
Hij zei:
- Lieve, kijk goed naar wat jij benoemt als uniek en heb het lef te zien wat je negeert.
Een leven met genot als doel. Ze zeggen dat het mag omdat het kan of omdat je het waard bent. Narcistische argumenten voor nog meer van hetzelfde, waarvan het lijkt alsof het steeds opnieuw is uitgevonden. Het is een vorm van wellness, zoals een vleugje bier op de lippen een subtiel gevoel van geluk kan brengen. Zoals een avondje sauna om je weer goed te voelen, een avond in een badhuis, waarvoor iedereen het haar van de genitaliën scheert, als waren wij kinderen.
Zodra we buiten staan is het er weer, datgene waar we voor vluchtten. We zijn op weg naar een nieuw kortstondig genot als oplossing voor datgene waar we steeds weer voor vluchten. Op weg naar een nieuwe “wellness solution” voor het vacuüm in het leven dat steeds weer gevuld moet worden omdat we het anders niet meer trekken. Omdat we anders een tekort voelen aan zoiets als de dingen of de aandacht. Omdat we anders worden overvallen door de eenzaamheid.
We worden zeer bang.
Hetgeen gebeiteld is in marmer, zal er voor altijd zijn. Ze hadden beide gezegd:
- ik hou van je
Als dat gezegd is, is het er voor altijd, ook als het ijdel werd gebruikt. Toen het op de grond viel en het marmer brak schrok ze en bad ze dat de liefde niet zou breken. Ze zocht en vond iets om het mee te lijmen en heelde het, een grootse daad. De breuk was zichtbaar als een litteken van een grote diepe wond. Ze redetwisten, hij bleef bij de feiten en sloot de deur, zacht en ferm, met aan de buitenkant een briefje waarop stond: “onze levensstijl verschilt teveel, ik ben op zoek naar iets eenvoudigs”. Het was te hard, veel te hard. Het gebeurt alleen als het hart hard is. Ze voelden beide de tranen. Ze praatten zachtjes, ze kenden de pijn. Het was eerder gebeurd in beider levens.
- lieve God, hoe moet het dan?
Een wijs man zei eens lang voor hij stierf:
- laten we geen grote dingen doen, maar laten we kleine dingen bijzonder doen.
Zoveel is vergankelijk, liefde is voor altijd. Het moeilijke is dat het niet te koop is en niet te fabriceren. We kunnen het ook niet opnieuw uitvinden.
De liefde, dat kunnen we hoogstens zijn. We moeten er zuinig op zijn.