Onderweg naar Milaan, per KLM vanaf Schiphol. Het parkeergeld zal straks wel hoger zijn dan de ticket zelf.
Ik heb een tas die ingecheckt moet worden: bij een machine. Mensen klungelen, prutsen, het printerpapier is op. Er zijn toestanden, wachtrijen. Ik zie een moeder met een verwijt, een vader met een rood hoofd. Hij blokkeert.
Een lieftallige dame gekleed in een blauw pakje, wellicht geleverd door Oger, met blonde haren, hoge hakken, in de voorplantingsgerechtigde leeftijd, praat met haar collega. Ze hebben plezier. Dat is mooi, heel mooi. Een mens heeft plezier nodig.
Maar ik moet nu echt mijn tas inleveren ook al wil ik dat niet en de tijd dringt. Ik roep de hulp in van de blonde. Ze komt eraan lopen als Maxima in hoogst eigen persoon. Ik vraag haar de familie in moeilijkheden te helpen omdat het al een tijdje heeft geduurd, voor mij de klok tikt en de hulpeloos rondkijkende vader er niet meer uitkomt. De blonde in het blauwe pakje heeft de oplossing en zegt: 'U moet driek uur voor vertrek aanwezig zijn hoor'. Ze doet haar ding en loopt zo snel mogelijk weer weg van haar publiek. Wat een afknapper. Ik reiziger, gedegradeerd tot factuurvee.
Ik ben een ervaren reiziger, niet meer zo bevangen door de magie van het vliegen en de nieuwsgierigheid naar wat mensen zouden zeggen in andere talen. Ik zie de duizenden mensen wachten voor de veiligheidsmaatregelen die genomen zijn om ieder risico te minimaliseren. Een man met een beveiligingsbadge op zijn wellicht in China of Turkije gemaakt kostuum, deelt instructies uit aan het publiek. Er zijn veel mensen. Niemand heeft iets kwaads in de zin, maar alles moet door de schanner. De tas moet open, een bus deodorant wordt afgenomen. Mijn riem moet af. Mijn schoenen zelf ook. Het doet me denken aan die kerel die ooit iets in zijn schoen propte waardoor de beveiliging weer een nieuw idee kreeg en iedereen nu zijn schoenen uit moet trekken. Ik denk dat een schoen die afgaat, vreselijk pijn doet. Alleen daarom al zou ik er geen rare dingen in willen stoppen. Die kerel heeft met zijn grapje de hele wereld bij de ballen.
Ergens moeten we betalen, al die maatregelen. Of het nu in de ticketprijs zit of in de belastingaanslag. Dit is een consumer-drifven economy. U en ik, wij krijgen de rekening. We zijn gewoon de pineut. Omdat de angst regeert zal het alleen nog maar erger worden. En we doen er helemaal niets aan, wij sukkels.
Als held op sokken ga ik verder. 'Het apparaat gaf een piepje´, zei een mevrouw chagrijnig. Ze vermeed oogcontact. Ik doe mijn handen omhoog. Er zijn regels en er zijn mannen met geweren. Ik ken de regels niet zo goed, maar zekerheidshalve ...ik stel geen vragen.
Niemand lacht, niemand wil dit. Niemand gelooft dat er vandaag iets ergs zal gebeuren. Er is wel een systeem, de beveiligingsbranche is heel erg groot geworden. Er is procesmanagement en er zijn belangen, grote belangen. Het volk is gedwee. Hoelang zullen mensen dit blijven accepteren? Een opstand zal niet komen, dat doen mensen niet meer.
Het is druk op het vliegveld. Misschien wordt emigratie wel een economisch probleem. Omdat de behoeftigen achterblijven en de krachtigen hun geluk elders beproeven.